Centrale verwarming schema

Om je centrale verwarming te kunnen plaatsen is het handig om eerst een schema op te stellen.

Centrale verwarming schema2Hoe je dit moet opstellen hangt uiteraard af van het soort verwarmingselementen die je wil gebruiken. Een schema voor vloerverwarming ziet er totaal anders uit dan een schema voor de verwarming met radiatoren.

Centrale verwarming schemaHier rechts kan je een eenvoudig centrale verwarming schema zien staan voor de verwarming met radiatoren of convectoren.

Neem een grondplan van je woning en duidt er op aan waar je de radiatoren of convectoren zou willen plaatsen.

Duidt ook aan waar je de collectoren zou willen plaatsen.
Houd er rekening mee dat je de collectoren best zo dicht mogelijk bij de centrale verwarmingsketel plaatst.

Je hebt zowel een warm water- als een koud water- collector nodig. De warme collector is de rode en dient als warm water toevoer naar de radiatoren.
De koude collector is de blauwe is naar hier komt het koude water terug van de radiatoren voor het terug naar de verwarmingsketel vloeit.

Verbind vervolgens de collectoren met de radiatoren op je plan. Zo kan je al zien hoe je de leidingen zal moeten leggen.
Je kan nu ook onmiddellijk zien hoe groot je collector zal moeten zijn.
Op de tekening hiernaast, zijn collectoren nodig met minstens zes uitgangen nodig.
Voor elke radiator een.

Naast de centrale verwarming leidingen heb je ook enkele elektrische aansluitingen.

De ruimtevoeler binnen in huis en buitenvoeler meten elk hun temperatuur. Deze meetwaarden worden naar de regeling gebracht, welke de nodige watertemperatuur berekend.
De uitgang van de regeling geeft een signaal naar de ketel, die je juiste watertemperatuur aanmaakt.
De watertemperatuur in de radiatoren, convectoren, vloerverwarming, ... varieert dus in functie van de buitentemperatuur.
Het voordeel hiervan is dat je energie bespaart, zonder aan comfort in te hoeven boeten!

Je monteert de buitenvoeler best aan de noordkant van je woning.
Om de buitentemperatuur optimaal te registreren, moet de buitenvoeler bij gebouwen tot 3 verdiepingen bovendien op ongeveer 2/3 van de hoogte van de gevel aangebracht worden. Bij hogere gebouwen brengt u hem het best aan tussen de 2e en 3e verdieping.
Al naargelang de toegankelijkheid van de montageplaats, kan u kiezen tussen een muuropbouw- of een muurinbouwuitvoering. Hoe kouder het buiten is, hoe hoger de cv-watertemperatuur wordt. Wordt het buiten warmer, dan daalt de cv-watertemperatuur.

cv schema2De relatie tussen buitentemperatuur en cv-watertemperatuur is dus lineair, of kan m.a.w. in een lijn
uitgedrukt worden, de zogenaamde stooklijn. Deze stooklijn moet u correct inregelen bij iedere installatie.
De stooklijn stelt u zelf in bij de installatie, op basis van de wensen van de gebruikers, de grootte en isolatiegraad van het gebouw en de warmtebronnen.



Is de stooklijn goed gekozen, dan zal het bij elke buitentemperatuur binnen even warm worden.
U kan uiteraard 's nachts wel een verschillende binnentemperatuur vragen dan overdag.
Dit doet u door verschillende 'schakelpunten' of 'setpoints' in te stellen op de klokthermostaat. Om bijvoorbeeld een extra schakelpunt in te voegen, voert u de gewenste dag, tijd en temperatuur in. Verder kan u de instellingen ook aanpassen aan speciale omstandigheden, zoals wisselende temperaturen in het tussenseizoen of verschillen in bezonning of thermische eigenschappen tussen onderdelen van het
gebouw (noordkant, zuidkant, overheersende windrichting ...).
Om dit te verduidelijken kan je dit volgen op het centrale verwarming schema.
De buitenvoeler en de thermostaat moeten met twee kabels worden verbonden met de
aansluiting aan de verwarmingsketel. Het type kabel speelt nagenoeg geen rol.
vb 2x0,75mm² Bij voorkeur kan je voorbedrade buizen gebruiken, omdat dit het leggen eenvoudiger maakt.