Elektrische installatie

De volledige elektrische installatie in een woning bestaat uit een hele hoop verschillende componenten. Zo zijn er de elektriciteitskabels, schakelaars, stopcontacten, maar ook in de verdeelkast, ook wel automatenkast genaamd, zitten tal van onderdelen.

Dit zijn de voornaamste elementen in de verdeelkast.:

  • De hoofd onderbrekingsschakelaar.
    Deze laat toe de elektriciteit in de woning volledig uit te schakelen. Dit wordt gebruikt wanneer werkzaamheden in de verdeelkast dienen te gebeuren.
    Aan de elektriciteitsmeter zit een hoofdautomaat die meestal wordt gebruikt als hoofd onderbrekingsschakelaar.

  • Differentieelschakelaar, aardschakelaar of verliesstroomschakelaar.
    differentieelDit zijn allemaal benamingen voor het zelfde component. Het beschermt de gebruiker tegen eventuele stroomverliezen in de installatie (vb omwille van een defect aan een toestel,…) door deze uit te schakelen.
    Een differentieelschakelaar wordt ook gebruikt als hoofdschakelaar van de volledige installatie. Je kan er namelijk manueel ook de spanning me uitschakelen.


  • Automaat en smeltveiligheid.
    smeltveiligeid en automaatDeze componenten zorgen voor een bescherming van de verschillende kringen tegen kortsluiting of overbelasting.

    Vroeger werd altijd gebruik gemaakt van smeltveiligheden of in de volksmond 'zekeringen' genaamd.
    Een smeltveiligheid bestaat uit een elektrisch geleidende band of draad van koper, zilver of soms een koperlegering.
    Bij kortsluiting of overbelasting smelt die draad door.
    Een smeltveiligheid werkt goed en is goedkoop, echter wanneer deze zijn werking heeft gedaan, kan deze niet meer hergebruikt worden.

    Tegenwoordig wordt altijd gebruik gemaakt van automatische schakelaars of kortweg automaten.
    Installatieautomaat, maximumschakelaar, zekeringautomaat het zijn allemaal benamingen die hier ook voor gebruikt worden.
    De automaat beveiligd de kring net zoals een smeltveiligheid zowel tegen kortsluiting als tegen overbelasting.
    Deze is opgebouwd uit twee in serie geschakelde elementen:

    • een magnetische beveiliging die beschermt tegen kortsluiting
      Met behulp van de cursus elektrische installaties kan jij volledig  zelf je elektrische installatie plaatsen of aanpassen !
      Een echte aanrader!
    • een thermische beveiliging die in actie schiet bij overbelasting
    Het grote voordeel van automaten is dat deze na een incident gewoon opnieuw kan ingeschakeld worden omdat deze werkt met werken met een plaatje die verbuigt in plaats van smelt bij een te hoge stroom.

    Elke kring in de automatenkast dient te worden beveiligd met een aparte automaat of zekering.

    TIP! Wanneer je gebruikt maakt van zeer lange kabels, bijvoorbeeld honderd meter, dan moet je er rekening mee houden dat wanneer
    er kortsluiting zou ontstaan op het eind van die kabels, de automaat hoogstwaarschijnlijk niet zal afslaan!
    Dit is soms het geval bij een tuinhuis wat verder in de tuin.
    Dit komt doordat de automaat de lange leidingen ziet als een verbruiker en wanneer die is kortgesloten, zal die dus ook enorm veel verbruiken!
    Zorg er in dat geval dus best voor dat je een aparte zekeringenkast voorziet in het tuinhuis zelf.
  • Overspanningsbeveiliging.
    overspanningsbeveiligingOverspanning is een korte impulsvormige stijl toenemende spanningspiek. Een te hoge spanningspiek is schadelijk voor de installatie en de aangesloten apparatuur.
    Vooral kringen met daarop computerapparatuur of de audio- en video-installaties zijn aangewezen om op deze manier extra te beveiligen.
    Behalve als gevolg van een directe blikseminslag kan overspanning eveneens optreden als gevolg van een blikseminslag in de omgeving, schakelacties in het voedende net, aanloopstromen van motoren, netvervuiling, enz.

    Een overspanningsbeveiliging plaatsen is geen verplichting, maar een dergelijke beveiliging tegen spanningspieken is een aanrader voor iedere elektrische installatie.

  • Overige componenten in de verdeelkast.
    Afhankelijk van de installatie kunnen nog een hele reeks andere componenten voorkomen in de automatenkast, zoals transformatoren om de 230 volt om te zetten naar een lagere spanning om bijvoorbeeld een deurbel of een parlofoon te kunnen aansluiten die werkt op 8V, 12V of 24V.

    Voor het bedienen van een centrale sturing zoals teleruptoren of een domotica systeem is er ook een transformator noodzakelijk.

    In sommige geval worden er ook voedingen of transformatoren in de verdeelkast geplaatst voor het aansturen van verlichting die werkt op laagspanning. 
    Dit kan het geval zijn wanneer gebruik wordt gemaakt van 12V halogeen lampen in de woning, maar steeds meer ook voor led verlichting.

    De componenten van een centrale sturing zelf, worden ook in de verdeelkast geplaatst.

Wanneer je meer wil weten over de beveiliging van je installatie kan je meer lezen op de pagina: Beveiliging laagspanning.

De componenten van de elektrische installatie die zich voornamelijk buiten de verdeelkast bevinden zijn de volgende:

  • Kringen of circuits.
    max 8 stopcontactenEen kring vertrekt van de automaat of smeltveiligheid en voedt een aantal lichtpunten en/of stopcontacten. Stopcontacten worden ook wandcontactdozen genaamd.

    Per kring mogen slechts een beperkt aantal enkelvoudige of meervoudige stopcontacten worden geplaatst.
    Een meervoudig stopcontact zijn verschillende stopcontacten die onder de zelfde afdekplaat zitten. Deze worden in die regel dus gezien als één stopcontact.
    Wanneer er meerdere zwaardere toestellen in één ruimte aanwezig zijn, moeten er verschillende kringen geplaatst worden. Op het aantal verlichtingspunten in één kring staat geen beperking, maar het is wel aangewezen deze net als de stopcontacten te beperken.

    Bij gemengde kringen, dus waarbij zowel stopcontacten als lichtpunten met de zelfde kabels worden gevoerd, worden de lichtpunten als stopcontacten aanzien. De zelfde beperking geld dan als voor stopcontacten.
  • Schakelaars, drukknoppen en sensoren.
    Naast de klassieke schakelaars voor de bediening van de lichtpunten, kan je ook gebruik maken van bewegingssensoren, tijdsturingen,…
    Deze zijn een zinvolle hulp in het rationeel energiegebruik.

  • Aarding.De aarding of aardleiding is uiterst belangrijk om de veiligheid van de elektrische installatie te garanderen.
    AardingDoorgaans wordt de aarding voorzien onder de vorm van een loden lus die onder de fundering van de woning gelegd.
    Bij bestaande installaties is het niet mogelijk deze lus nog te plaatsen. Dan wordt er gebruik gemaakt van aardstaven of aardspillen.

    Via de verdeelkast wordt de aarding verder verdeeld naar de verschillende stopcontacten en lichtpunten.

    Zodra een foutstroom ontstaat, bij een defect apparaat, wordt deze stroom langs deze leidingen op een veilige manier naar de aarde afgeleid.

    Metalen voorwerpen in de woning zoals een plaatstalen bad of douchekuip, deur of deurkader, … worden via de equipotentiaalverbinding met de aarding verbonden.
    Het is uiterst belangrijk de aardingskabels juist en volgens de wettelijke bepalingen aan te sluiten! In de cursus elektriciteit kan je lezen hoe je dat moet doen.

Bij nieuwe elektrische installaties wordt steeds minder gekozen voor de klassieke installatie en steeds meer voor een centrale sturing.

Voor je aan de elektrische installatie kan beginnen moet je eerst goed weten welk systeem jij wil gebruiken.

Bij een klassieke installatie worden alle stopcontacten, verlichtingspunten en schakelaars worden vast bekabeld.
Deze bekabeling verloopt in kringen of stroombanen. Deze installatie biedt weinig flexibiliteit met het oog op latere aanpassingen maar is wel
het goedkoopste systeem.

Bij een centrale sturing wordt de verlichting en eventueel stopcontacten, verwarming, enz. vanuit het verdeelbord aangestuurd.
De bediening gebeurd steeds door middel van drukknoppen, of andere sensoren zoals bewegingsdetectoren, temperatuursensoren, tablet, gsm,...
Het systeem is veel flexibeler, comfortabeler en gebruiksvriendelijker dan een klassieke installatie, maar ook iets duurder.
Domotica, PLC en teleruptoren zijn de drie mogelijke systemen die werken volgens een centrale sturing.