Verlichting

Een goede verlichting is niet zo vanzelfsprekend als het lijkt.
Voor alle ruimten en activiteiten is een aangepaste verlichting aangewezen.
Je hebt er alle belang bij om eerst een verlichtingsplan te maken nog voor je de leidingen legt of je verlichtingsarmaturen gaat kiezen.

In een verlichtingsplan worden alle lichtpunten in de woning opgenomen.
Het uitwerken van zo'n plan kan je overlaten aan specialisten, maar je kan het ook zelf doen.

Neem hiervoor het grondplan van je woning.
Heb je geen grondplan? Dit kan je eenvoudig maken door de verschillende ruimtes in je woning op te meten en
dit na te tekenen op een verkleinde schaal op ruitjespapier.

Ga stap voor stap te werk. Elke ruimte in de woning heeft een verschillende functie.
De verlichting wordt bepaald afhankelijk van de functie van de ruimte.

Houd er ook rekening mee dat een bepaalde ruimte ook vaak meerdere functies kan hebben.
De zithoek bijvoorbeeld, deze kan misschien op zaterdagmiddag een leesruimte zijn en 's avonds de ruimte waar tv zal worden gekeken.

Teken op je grondplan per ruimte, cirkels waar verlichting nodig is. Zorg voor niet veel overlappingen.
In ruimtes waar gewerkt zal worden zoals een bureau en een keuken zijn er best bijna geen donkere zones.
Dit om het contrast te beperken.
In ruimtes waar een gezellige sfeer moet worden gecreëerd kan contrast net positief zijn.


Om de juiste verlichting te bepalen dien je deze ook te berekenen. In de cursus elektriciteit vind je alle nodig info.

Hiervoor laat je de verlichting in verschillende circuits schakelen zodat verschillende sferen gecreëerd kunnen worden. Spring niet zuinig om met lichtpunten en plaats eventueel wachtleidingen voor latere verlichtingspunten.
Probeer ook de tuinverlichting al in het verlichtingsplan te integreren. Op die manier kan je hier ook al rekening mee houden en in de nodige zekeringen en wachtleidingen voorzien.

De soort verlichting wordt opgedeeld in verlichting types.
Verschillende soorten lampen en armaturen moeten instaan voor verschillende soorten verlichting. Hoe beter die elkaar aanvullen, des te beter uw woning wordt verlicht.
Essentieel zijn een goede basisverlichting en een aangename, decoratieve sfeerverlichting.

Basisverlichting:

  • Gelijkmatig gespreide gemiddelde verlichtingssterkte
  • Een goede basisverlichting bevordert de veiligheid en laat toe om na zonsondergang optimaal de woning te gebruiken
  • Voorkomt te sterke lichtcontrasten: hevige contrasten vermoeien de ogen

Werkverlichting:

  • Moet in de eerste plaats functioneel zijn
  • Is van toepassing waar je ‘werkt’: keuken, hobbykamer, leeshoek
  • Hoe fijner het werk, des te groter de verlichtingssterkte op het werkvlak moet zijn
  • Met een goede werkverlichting maak je minder fouten en voel je je minder snel vermoeid
  • Let er op dat het contrast met de omgeving niet te groot wordt. Pas in dat geval de basisverlichting aan

Sfeerverlichting:

  • De invulling hiervan hangt nauw samen met de persoonlijke smaak
  • Sfeerverlichting moet niet sterk zijn
  • Vaak vormt ze een onderdeel van de basisverlichting
  • Een combinatie van zacht achtergrondlicht met hier en daar kleine, zorgvuldig gekozen accenten, brengt automatisch sfeer in huis
  • De meeste mensen ervaren een warm-witte kleur als bijzonder aangenaam.


Het type verlichting wordt sterk bepaald door de soort lamp dat wordt gebruikt in de armatuur.
Een TL-buizen gebruiken om een warme gezellige sfeer te creëren wordt bijvoorbeeld moeilijk.

Van de gloeilamp - uitgevonden door Thomas Edison - tot de moderne LED verlichting werd een lange weg afgelegd.
Hieronder geven we nog even de eigenschappen van de verschillende soorten lampen.

Gloeilampen
Dit is de o
udste en best gekende lampsoort. Een weerstandsdraad uit Wolfram wordt door elektriciteit verhit tot het gloeit
en zorgt zo voor de lichtopbrengst. Hierdoor geeft een hoge warmteproductie en een beperkte lichtproductie.
Deze lamp is interessant op plaatsen waar het licht niet lang dient te branden; toilet, dressing,...
gloeilampen met mat glas worden gebruikt wanneer de lamp zichtbaar blijft, ze geven een beter verspreid en minder verblindend licht
De lampen met de opdruk 220-240 V zijn iets duurder, maar beter bestand tegen hogere spanningen.

Stilaan zal de gloeilamp helemaal verdwijnen omwille van zijn hoog verbruik t.o.v. lichtopbrengst. Het goedkoopste alternatief dat nu wordt
aangeboden ziet er uit als een gloeilamp, maar in de lamp zit eigenlijk een halogeenlampje.

Halogeenlampen

Deze lamp wordt wel eens omschreven als een verbeterde versie van de gloeilamp ze hebben een langere levensduur dan gloeilampen,
hebben een compacte vorm en uitstekende kleurweergave.

Let er bij het inbouwen van halogeenspots op dat de juiste spot op de juiste plaats wordt gebruikt. Dit wordt aangegeven door het F-merk:
Het F-merk geeft aan of het armatuur geschikt is voor directe montage op normaal brandbare materialen. Er bestaan 3 verschillende F-merk symbolen: Een driehoek met een F er in, en een kruis eroverheen geeft aan dat het armatuur geschikt is voor directe montage op onbrandbare materialen (zoals gipsplaat, baksteen en beton). Een driehoek met een F er in geeft aan dat het armatuur geschikt is voor directe montage op normaal brandbare materialen. Normaal brandbare materialen definiëren we als ontbrandend vanaf 200° Celcius.
Dit zijn de meeste houtsoorten. Een driehoek met een M er in geeft aan dat het armatuur geschikt is voor inbouw in meubels. Gewoonlijk worden bij deze symbolen ook een aantal maten gegeven. Dit zijn de minimale maten voor de ruimte achter het plafond. Alleen als deze ruimte wordt aangehouden voldoet het armatuur aan het F-merk.

Halogeenlampen produceren veel UV-stralen. Kies daarom voor armaturen met een UV-beschermglas om snelle verkleuringen van belichte voorwerpen te voorkomen.

Hoewel halogeenlampen meer lichtopbrengst hebben per watt verbruik dan gloeilampen, zijn ze toch helemaal niet energie zuinig. Hierdoor zullen ze binnenkort ook helemaal verdwijnen.
Ze worden intussen al ruime tijd vaak vervangen door zogenaamde retrofit LED spots.
Dit zijn LED lampen ontworpen ter vervanging van van de spots met een halogeenlampje, ze zijn veel zuiniger en gaan veel langer mee.

Fluorescentielampen (TL-lampen)

Deze bestaan uit een fluorescerend poeder in een buis met gas. Een starter en ballast zorgden vroeger bij het aansteken voor een hoge spanning waardoor het gas geleidend wordt. Het fluorescerend poeder zet de straling die hieruit voortkomt om in licht. De starten en ballast wordt tegenwoordig vervangen door een elektronische ballast, deze halen de hoogste rendementen en de starter, die anders vaak stuk ging, is niet meer aanwezig.
TL-lampen zijn goedkope lampen met een laag verbruik, ze zijn geschikt voor alle ruimten doordat ze bestaan in verschillende kleurtemperaturen.
Kies voor de leefruimten warm wit licht zoals 830, dit benadert het best het daglicht.

TL-lampen zijn enkel geschikt om een langere tijd te branden. Het duurt een bepaalde tijd voor de lamp met volle kracht brand en het opstarten van de lamp vraagt het meeste energie.
Zodra de lamp brandt, verbruikt deze niet veel meer.

Spaarlampen

Deze lampen werken volgens het zelfde principe als fluorescentielampen, ze zijn ideaal voor plaatsen waar je lange tijd licht nodig hebt (keuken, zithoek,...)
Ze zijn duurder in aankoop, maar gaan gemiddeld 10 keer langer mee dan gloeilampen en verbruiken veel minder.

LED's

Light Emitting Diodes of LED's zijn relatief nieuw in de verlichtingsbranche hebben een zeer laag verbruik en een lange levensduur (tot 100 000 uren)
Tot enkele jaren terug was echter de lichtproductie nog aan de lage kant voor optimaal gebruik, maar tegenwoordig is dit geen probleem meer.
De kleurtemperatuur is dit eventueel wel nog. Een echt warme kleur zoals bij halogeen of gloeilampen is nog niet mogelijk met LED verlichting,
maar de evolutie gaan enorm snel, waardoor dit snel verbetert.